
Winterrrr
Gelukkig, het bestaat nog; een echte winter. Heerlijk die koude snijdende oostenwind. Lekker genieten van de winterkou en de ontspanning op het ijs.
Even weg uit de corona maatschappij met al zijn regels. Afzien langs de rietkragen en degene die voor je rijdt proberen in te halen. Oh nee, dat mag niet, we moeten 1,5 meter afstand houden. Maar toch proberen dichter bij te komen. Als je geluk hebt dan is het een forse kerel van dik 2 meter waarachter je lekker uit de wind kunt kruipen. Als je pech hebt is het Alex Grotenhuis. Alex is amper 1,60 meter en zit ook nog eens verschrikkelijk diep. Vroeger heb ik veel met Alex geskeelerd en sinds dit jaar ook weer. Mooie kerel. Wel jammer dat de toertochten niet georganiseerd mogen worden. En op het moment dat ik dit schrijf is er ook geen ruimte voor wedstrijden. Nu heb ik die drang niet meer zo, maar je zou toch helemaal gek worden. Ik weet nog dat we eens de Noord West Hoek rit reden. We stonden met 150 wedstrijd rijders aan de start. Het was mijn eerste keer daar (en het bleek tot nu toe ook de laatste te zijn). Onwetend ging ik volop mee in de vaart der volkeren. Na 500 meter was er de eerste kluunplaats. Ziet u het voor u? Met 150 halve wilden de wal op sprinten en dan over een vloerkleed van een meter breed. Dat gaat dus niet. Ik liep ook meer op het asfalt dan op het kleed. Ik kon wel huilen, mijn mooi geslepen en gepolijste schaatsen op dat ruwe asfalt. Ik stapte het ijs weer op met allemaal bramen. Was bijna niet meer mee te rijden. De resterende 99,5 kilometer waren geen pretje kan ik u verzekeren. De uitslag was ook niet om over naar huis te schrijven. Ik durf het hier niet te noemen. En het ergste: ik had geen platte prijs gereden. Ik reed ook eens in Finland een voorwedstrijd van de alternatieve Elfstedentocht. Ik kon goed mee in de kopgroep en bereikte een mooie 6e plek. Toen ik naderhand bij de jury aankwam om mijn prijs op te halen, begonnen ze te lachen. Het was namelijk een trainingswedstrijd en daarbij waren er geen prijzen. Zo ziet u maar dat het niet alles goud is wat er blinkt. Wat dat betreft was het op de Weissensee beter voor elkaar. Daar had je gewoon premies van 250 gulden en dat meerdere malen per wedstrijd. Volgens mij ben ik niet echt een geldwolf, maar vies ben ik er ook niet van. Ik hoop dat we nog wat mogen genieten op het ijs, want daar is sport voor bedoeld volgens mij. Relaxen en dan vermoeid naar huis om achter de houtkachel in slaap te vallen. Voor de zekerheid heb ik vorige week maar een houtkachel aangeschaft. Ik had nog geen goede afvoerkanalen, maar dat was volgens mij ook niet nodig. Gelukkig had mijn vrouw net op tijd in de gaten dat de planken bij de doorvoer in de brand stonden. Met een emmer water was het snel geblust. Dus voor mij is het nu kou kleumen op de bank onder een wollen deken. Maar toch wil ik het niet missen. De voorpret alleen al en dan de sterke verhalen achteraf. Het is toch zo dat we het vaak over de winters van vroeger hebben? Nu kunnen we praten over de winter van 2021 in plaats van de winter van 1963. Ik heb wel respect voor degenen die toen de Elfstedentocht uit reden, hoor. Ook zag ik beelden van de autorit over het IJsselmeer. Dat blijft dus nog even dromen voor ons. Maar als we geen droom meer hebben wat doen we dan met onze toekomst? Daarom droom ik nog steeds van een mooie Elfstedentocht waarbij ik als eerste over de streep kom. Waarbij ik met een kopgroep van 8 richting Dokkum ga en op de terugweg bij Bartlehiem demarreer. En de anderen in de kopgroep? Ik denk dat Alex Groothuis het sprintje wint om de 2e plaats, net voor Hans van de Wetering en Jan Martien van de Wetering. Wim Junte komt net voor de streep te vallen en Alfred Knikker kon de laatste bocht naar links door de hoge snelheid niet houden. Erik Hulzebosch werd laatste van de kopgroep. Die hadden we helemaal kapot gereden. Dromen, een prachtig iets.